Voor de bepaling van het diplomaresultaat per instelling voor het studiejaar/opbrengstenjaar (loopt van 1-10 tot 1-10) t/m (t+1), wordt gekeken naar het aantal ingeschreven deelnemers op 1-10-t. Deze groep vormt de populatie.
Van de deelnemers uit deze populatie wordt bepaald of zij een inschrijving op diezelfde instelling hebben geldig op 1-10-(t+1). Indien deze inschrijving er niet is, wordt deze deelnemer als uitstromer aangemerkt. Van de deelnemers uit deze populatie wordt ook bepaald of zij ooit een diploma hebben behaald bij diezelfde instelling.
Vervolgens zijn de deelnemers uit de populatie in de volgende categorieën in te delen:
a. Doorstromers zonder diploma
b. Doorstromers met diploma
c. Uitstromers zonder diploma
d. Uitstromers met diploma
Voor het bepalen van het Diplomaresultaat per Instelling worden de categorieën a en b buiten beschouwing gelaten. De aantallen deelnemers uit de overige categorieën worden als volgt gebruikt voor de bepaling van het diplomaresultaat per Instelling: d / (c+d) * 100%. Een deelnemer kan meerdere inschrijvingen bij verschillende instellingen of bij dezelfde instelling hebben. Die deelnemer telt bij de verschillende instellingen mee, maar altijd maximaal 1 keer per instelling.